Als vóór 1 mei 2019 een voorlopige aanslag wordt aangevraagd over 2018, is er geen belastingrente verschuldigd als de Belastingdienst de voorlopige aanslag conform de aanvraag oplegt. Wanneer moet u belastingrente betalen?

De hoofdregel is dat u belastingrente moet betalen als de Belastingdienst een aanslag oplegt op of na 1 juli volgend op het belastingjaar. De belastingrente wordt vervolgens berekend over het bedrag dat u aan belasting verschuldigd bent. Op deze hoofdregel bestaan twee uitzonderingen:

• U hoeft geen belastingrente te betalen als u vóór 1 april volgend op het belastingjaar uw aangifte Vpb indient en de Belastingdienst de aangifte ongewijzigd overneemt; en
• U hoeft geen belastingrente te betalen als u vóór 1 mei volgend op het belastingjaar een aanvraag voor een voorlopige aanslag indient en de Belastingdienst de voorlopige aanslag Vpb oplegt conform uw aanvraag.

Over welke periode betaalt u belastingrente?
Zodra u belastingrente bent verschuldigd, omdat de Belastingdienst een aanslag oplegt op of na 1 juli volgend op het belastingjaar, gaat de renteteller lopen. De belastingrente wordt namelijk berekend over een periode van 1 juli volgend op het belastingjaar tot en met 6 weken na de datum die vermeld staat op de aanslag. Pas dan stopt de renteteller. Op deze regel bestaan een aantal uitzonderingen.

Wat is het nut van een voorlopige aanslag Vpb?
De voornaamste reden waarom het handig om een voorlopige aanslag Vpb aan te vragen is dat u daarmee 8% belastingrente voorkomt. Ook als u verwacht dat de voorlopige aanslag te hoog is vastgesteld, is het verstandig om een nieuwe voorlopige aanslag in te dienen en daarmee de aanslag te verlagen. Hiermee verbetert u namelijk de liquiditeitspositie van uw onderneming.

Kortom: het voor 1 mei aanvragen van een voorlopige aanslag Vpb levert u een financieel voordeel op!

Han Brandsen is sr. Belastingadviseur bij Visser & Visser.

ww.visser-visser.nl