Anton Kooijman wil steeds beter presteren
VOORTHUIZEN - Hij verkoopt iPhones en Galaxy’s als water, runt drie telecomwinkels en heeft ook nog eens een half dozijn nevenfuncties. Hoe doet Phonehouse-ondernemer en Voorthuizenaar Anton Kooijmans dat toch allemaal?
In wat voor gezin groeide je op?
"Mijn ouders hadden toen ik jong was een naaimachinewinkel in Baarn. Later verhuisden ze naar Barneveld, waar ze een cafetaria openden en uiteindelijk het restaurant van de Markthal exploiteerden."
Hebben ze jou ‘besmet’ met het ondernemersvirus?
"Ja, daar komt het wel uit voort. Mijn vader heeft me altijd gemotiveerd en gesteund. Ik had al handeltjes toen ik nog op de middelbare school zat. Toen ik mijn eerste auto kocht, lag de kofferbak al snel vol. Sokken, sportschoenen, poloshirts, pannensets, vuurwerk; ik verkocht alles wat los en vast zat."
Kwam je nog wel aan leren toe?
"Laat ik het zo zeggen, ik was niet zo’n fanatieke leerling. Eigenlijk wilde ik na de basisschool al de detailhandelschool gaan volgen. Vonden mijn ouders niet zo’n goed idee. Toen ik na twee jaar van de havo getrapt werd, ben ik alsnog gegaan. Ook daar bleef ik handelen. In mijn laatste jaar werkte ik meer in de bloemenhandel dan dat ik in de schoolbanken zat."
Kooijman stapt even later in het wit- en bruingoed en is er bij als in de jaren negentig de eerste gsm's op de markt komen. Even heeft hij het plan om zijn vader op te volgen en de horeca in te gaan. Als de Markthal wordt afgebroken, valt dat plan in duigen. Op dat moment een persoonlijk drama, maar achteraf misschien wel een zegen. Kooijman keert namelijk terug in de telecomsector, die inmiddels booming is. In 2001 neemt hij een winkel in Voorthuizen over. Later komen daar vestigingen bij in Barneveld en Ermelo.
Bij veel ondernemers gaat het mis als ze hun aandacht moeten verdelen over meerdere winkels. Wat is jouw geheim?
"Je moet ervoor zorgen dat je zelf niet onmisbaar bent. De sleutel is het aannemen van de juiste mensen. Daar steek ik veel tijd in. Ik zoek jongens die bij elkaar passen. Die niet alleen samenwerken, maar ook ouwehoeren, samen lol maken en op zaterdagavond af en toe een biertje met elkaar drinken. Klanten merken het als er chemie is. Het zegt genoeg dat ook ouderen graag bij ons komen. Vragen ze of we even hun beltegoed willen opwaarderen met een tientje en komen ze even later met een zak gevulde koeken van de Jumbo terug. Mooi toch?"
Het lijkt je allemaal moeiteloos af te gaan. Heb je geen stress?
"Nee, niet meer. In de beginjaren was ik wel stervensdruk. Stond ik overdag in de winkel en was ik 's avonds carkits aan het inbouwen. Dat deed ik overigens met volle overtuiging. Als startende ondernemer moet je vol gas geven en alle energie die je hebt in je bedrijf pompen."
Maar als je nu om 18.00 uur de winkeldeuren dicht draait?
"Dan laat ik het werk ook echt achter me. Ik ga tegenwoordig ook meer ontspannen op vakantie. Zegt mijn partner Gonny ineens tegen me: moet je niet eens met de winkels bellen? Vroeger deed ik dat het liefst twee keer per dag als ik in het buitenland zat."
Hoe zou je jezelf als persoon typeren?
"Ik leg makkelijk contacten en maak bijna nooit ruzie. Maar als je me kwaad maakt, ben ik dat ook goed. Dan sta ik letterlijk te schudden. Ik kan niet tegen onrecht. Mijn zwakte is dat ik soms te makkelijk ben. Ik vergeet bijvoorbeeld altijd evaluatiegesprekken in te plannen."
Aan de keukentafel in hun Voorthuizense woning vult Gonny hem zo nu en dan aan. "Dat komt ook omdat je de confrontatie liever uit de weg gaat. Jij wilt het liefst iedereen te vriend houden."
Waarom?
"Ik heb er een hekel aan om over negatieve dingen te praten. Daar zie ik tegenop. Het deprimeert me, zeker als mensen dicht bij me staan."
Wat drijft je wél in je werk?
"Ik wil mezelf steeds overtreffen. Elk jaar beter draaien dan het jaar ervoor. Als dat niet lukt, ben ik daar goed ziek van. Natuurlijk doe ik het ook voor het geld. Ik zou liegen als ik het niet zou zeggen. Ik ben best materialistisch ingesteld. Zou er van balen om de BMW in te moeten ruilen voor een klein Peugeotje. En ik ben de koning te rijk wanneer we met ons bootje op het water zitten!”
Kooijman is niet alleen zakelijk altijd actief. Hij heeft ook een half dozijn nevenfuncties op zijn cv. Zo is hij betrokken bij de OVV en VisitVoorthuizen, organiseert hij jaarlijks het NK Dweilorkesten en is hij voorzitter van de verenigde Phonehouse-franchisers.
Waar komt jouw betrokkenheid vandaan?
"Ik ben altijd een organisator geweest. Toen ik jong was ging ik al met kameraadjes de omgeving door met een drive-inn show. Ik was degene die nadacht over waar we moesten draaien en hoeveel geld we daarvoor konden vragen. Op een gegeven moment vroegen ze me voor het bestuur van de OVV. Van het een komt vanzelf het ander. Ik moet zeggen dat de liefde voor het dorp Voorthuizen wel meespeelt. We voelen ons hier thuis. Ik zou dit niet in Barneveld doen. En wat natuurlijk ook meespeelt is dat ik het gewoon heel leuk vind om te doen. We hebben echt schik samen als we samen zo'n NK Dweilorkesten organiseren. Als dat niet zo was, zou ik stoppen."
Valt er eigenlijk nog wat te bereiken?
"Nou, de groei is er nog niet uit wat mij betreft. Ik zou er nog wel een paar winkels bij willen hebben. Dan zal ik me nog meer moeten toeleggen op inkoop en aansturing. Dat vind ik trouwens ook het leukste om te doen."
Zien we jou dan nog wel op de winkelvloer?
"Natuurlijk, maar misschien wel minder. Je moet niet vergeten: ik heb er al 29 winkeljaren opzitten. Volgens mij is het heel gezond dat je er dan ook nieuwe uitdagingen bij zoekt."
En daarna?
"Dan zien we het wel. Ik zou het mooi vinden als ik over 5 of 10 jaar de zaak van de hand kan doen en mijn pensioen uit de winkels kan halen. Maar het zou me ook wel vleien als mijn zoon Mike verder wil met de zaak."
Welke lessen geef je hem mee?
"Goh, daar heb ik nog nooit zo over nagedacht. Ik doe dat niet heel expliciet. Zit ie denk ik ook niet op te wachten. Maar ik vind dat je altijd servicegericht moet zijn. Zeker in een klein dorp als Voorthuizen. Als je iemand niet goed helpt, gaat dat op verjaardagen lang rond. En je moet achter je handel staan en er oprecht van overtuigd zijn dat jouw product goed is voor de klant. Ik waak er trouwens ook voor dat hij gezien wordt of zich gedraagt als 'het zoontje van de baas'. Hij is gewoon één van de werknemers en moet net zo hard zijn best doen. Dat is trouwens wel iets wat we onze kinderen van jongs af aan geleerd hebben: je moet werken voor je centen. Als je iets wilt, moet je daar zélf voor gaan. Niets komt vanzelf in het leven."