Arjan van de Pol wil blijven verrassen
BARNEVELD - Er zijn van die ondernemers die iedereen kent. Bekende koppen die de spotlights niet schuwen en regelmatig in de media voorbij komen. Er zijn er ook die daar niets mee hebben. Stuwende krachten die liever op de achtergrond blijven. Arjan van de Pol is zo iemand. ,,Vooraan staan zit niet in mijn aard”, zegt hij daarover.
Toch denk je bij horeca júíst aan schijnwerpers en podia…
,,Ik ben ook zeker niet bang voor media-aandacht, maar ik zal niet snel een bestuursfunctie aannemen bijvoorbeeld. Ik investeer mijn tijd liever in mijn bedrijven en in het continu blijven ontwikkelen van concepten en locaties.’’
Waar komt die drang naar continue vernieuwing vandaan?
,,Dat is horeca-eigen. Je moet blijven verrassen. Zelf vind je het ook leuk als er bij je favoriete restaurant nieuwe gerechten op de kaart staan of als er ergens een evenement wordt georganiseerd. Tegelijk zit het ook in me. Ik word regelmatig wakker met een idee, en dan voer ik dat ook uit. Ik ben niet het type om lang na te denken of iets wel kan. De meeste beslissingen neem ik spontaan.’’
Zoals de overname van Eetcafé De Gribus in Barneveld destijds?
,,Mijn start in de horeca was inderdaad spontaan te noemen. Ik had sinds mijn 21e een transportbedrijf en maakte lange dagen. Omdat ik vlakbij De Gribus woonde, at ik daar een paar avonden in de week. Tot de zaak ineens geveild zou worden. Ik moest natuurlijk wel blijven eten, dus heb ik de zaak overgenomen.’’ Hij lacht. ,,Maar serieus, ik vond het een mooi bedrijf en ik zag genoeg mogelijkheden om er een succes van te maken.”
Wel een totaal andere tak van sport dan logistiek. Of had je al enige horeca-ervaring?
,,Nee, maar daarin zag ik geen belemmering. Jaren daarvoor was ik ook min of meer het transport ingerold. Ik was namelijk betrokken bij het transport en de opbouw van de MotoGP, en had daarvoor een vrachtwagen gekocht. Omdat die ‘s winters dan toch maar stilstond, leende ik ergens een oplegger en nam wat klussen aan. Dat sloeg aan. Uiteindelijk had ik twintig trucks en op- en overslag. Rond 2001 heb ik het transportbedrijf verkocht en ben ik helemaal overgestapt naar de horeca.’’
Was die frisse blik op de branche misschien de sleutel tot je succes?
,,Dat kan, maar waar het vooral om draait is de juiste mensen op de juiste plek zetten en hen te laten doen waar ze goed in zijn. In de horeca hebben opvallend veel horeca-ondernemers wel passie voor het vak, maar organisatorisch minder inzicht. Administratie en de in- en verkoop schieten er dan bij in. Toen ik mijn eerste stappen in de horeca zette, sprong ik daarop in. Ik pakte de zakelijke kant op, zodat de rest van het personeel zich kon focussen op de gasten. Tegelijk heb ik zelf ook jarenlang achter de bar gestaan, ik ben echt een meewerkend voorman.’’
Vervolgens kwamen er diverse horecabedrijven bij, waarvan De Roode Schuur de bekendste is en momenteel wordt verbouwd. Zie je jezelf als een ondernemer die veel risico’s neemt?
,,Ondernemen is risico nemen. Maar wat is veel risico? Mensen maken het zichzelf vaak te moeilijk, denken in onmogelijkheden. Ik denk dat iedereen alles kan. Je moet het gewoon doen.’’
Dat is een pittige instelling. Verwacht je het uiterste van je personeel?
,,In feite wel, maar ik vind ook dat als je iemand de vrije hand geeft, je diegene vrij moet laten om het op zijn of haar manier te doen. Ook al ben je het niet altijd met elkaar eens. Dan had je het maar zelf moeten doen. Neem BLUS: de bedrijfsleider runt de zaak pas een paar maanden, maar ze heeft het écht goed voor elkaar. Zou ik persoonlijk sommige dingen anders doen? Waarschijnlijk wel, maar het is háár zaak. Zo zie ik dat ook. BLUS is haar bedrijf.
Het zou toch verschrikkelijk zijn als zij al het harde werk doet en ik met de eer zou gaan strijken? Daarom vertel ik ook niet welke bedrijven allemaal in mijn portefeuille zitten. Dan zou ik al de mensen die daar dag in dag uit werken tekort doen.’’
Mislukt er ook wel eens een project?
,,Mislukken? Nee, dat moet je sowieso nooit doen. Nooit opgeven. Natuurlijk gaat er weleens iets anders dan je gehoopt had, maar dan geef je daar een draai aan. We openden het hotel van De Roode Schuur bijvoorbeeld vlak voor de crisis. Of we daar toen last van hebben gehad? Geen idee, want ik weet niet hoe het hotel gedraaid had in de ‘goede tijd’. Natuurlijk was het zwaar, maar je moet erdoorheen. Onderweg pas je de verwachtingen steeds aan. Wat een mislukking lijkt, kan na een paar jaar alsnog succesvol worden.’’
Heb je wel eens slapeloze nachten door je werk?
,,Als ondernemer heb je altijd zorgen. Je hebt de verantwoordelijkheid voor zoveel mensen, zoveel gezinnen. Dat laat je echt niet onberoerd. Hoe ouder ik word, hoe meer ik ook nadenk over de toekomst. Die omslag heeft ook wel te maken met mijn vriendin en elf maanden oude zoontje. Tot mijn veertigste had ik – bewust – niemand om rekening mee te houden. De horeca gaat continu door. Zeven dagen per week, tweeëntwintig uur per dag. Zelf werk ik zeventig uur per week, maar ik heb ook bewust elke woensdag papadag. Ik dacht niet dat het kon, maar het blijkt van wel. Het horecaleven kan zwaar zijn, maar ik houd ervan. Als ik het niet druk had, zou ik het opzoeken.’’
Horecabedrijven in een behoudende gemeenschap; is dat een vak apart?
,,Ik ben zelf zo opgevoed, dus je houd er gewoon rekening mee. Zo ben ik in Barneveld bijvoorbeeld altijd op zondag gesloten geweest, met uitzondering van misschien een WK. In de horeca hoor je dan wel: merk je dat niet in je omzet? Nee, waarom? Ik heb nooit uitgerekend wat die zondagssluiting me ‘kost’. Als je tevreden bent met je omzet kan het ook niet tegenvallen. Nijkerk is wel weer een totaal andere markt dan Barneveld. Daar speelt de zondag niet. Maar voor beiden geldt dat als je feeling hebt met de omgeving, weet wat er speelt, je als ondernemer een voorsprong hebt. Ik zou niet anders willen.’’