Barneveldse consument is trouw aan eigen winkel
BARNEVELD - Supermarkten, winkels en andere detailhandelsbedrijven in de gemeente Barneveld boekten in 2023 een gezamenlijke omzet van 410 miljoen euro. Het gros van de aankopen wordt afgerekend door eigen inwoners.
Dat blijkt uit nieuw Koopstromenonderzoek door Ipsos I&O en partners. Het meeste geld gaat naar dagelijkse boodschappen: 179 miljoen euro. Daarna volgen uitgaven aan elektronica, doe-het-zelfartikelen, woninginrichting, tuinartikelen en planten. Hier ging 88 miljoen euro in om.
Barneveldse restaurants en andere horecabedrijven boekten in 2023 in totaal 75 miljoen euro omzet. En winkeliers in mode, huishoudelijke artikelen, sport en spel, media en hobby’s verkochten samen nog eens voor 67 miljoen euro. Het gaat daarbij allemaal om aankopen in de winkel.
Toerist trekt de portemonnee
Daar komen nog de aankopen van toeristen bij. Ook zij trekken fors de portemonnee tijdens hun verblijf in Barneveld. Hun bestedingen bedroegen in 2023 in totaal 11,4 miljoen euro. Het gros van dat bedrag (7,6 miljoen) komt overigens terecht in de horeca.
Uit het onderzoek blijkt verder dat Barnevelders hun eigen middenstand relatief trouw zijn. Van elke 100 euro aan mode en luxe producten besteden ze 44 euro in eigen dorp. Elders is dat gemiddeld 34 euro. En van alle uitgaven voor in en om het huis blijft zelfs 60% binnen de gemeentegrenzen. Dat is fors meer dan de benchmark (43%).
Dat komt vooral omdat we minder shoppen in andere plaatsen en dat gaat tegen de trend in. De onderzoekers constateren namelijk dat consumenten opnieuw kritischer zijn geworden, verder reizen om inkopen te doen en zoeken naar gemakkelijke alternatieven zoals bestellingen in webshops. Dat lijkt in Barneveld dus minder het geval, al zijn we qua online bestedingen vrij vergelijkbaar met consumenten elders in het midden en oosten van Nederland.
In het onderzoek is ook gekeken naar de omzet van drie winkelgebieden in de gemeente Barneveld. In het centrum van Barneveld werd in 2023 een totaalbedrag van 113,5 miljoen euro omgezet. Het Voorthuizense winkelhart is goed voor in totaal 46,6 miljoen euro. Aan de Kootwijkerbroekse toonbanken werd in totaal voor 16,1 miljoen euro afgerekend.
Hoge rapportcijfers voor winkelcentra
Ook is voor deze winkelgebieden gevraagd hoe consumenten ze waarderen. Barneveld (7,9) scoort daarin het hoogst, gevolgd door Kootwijkerbroek (7,7) en Voorthuizen (7,5). Het Barneveldse centrum scoort goed op onder meer winkelaanbod, horecavoorzieningen en netheid. Winkelend publiek is minder te spreken over de hoeveelheid groen en de aanwezigheid van faciliteiten zoals wc’s, bankjes, wifi en afhaalpunten.
Het koopstromenonderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van provincies en gemeenten, die de cijfers onder meer gebruiken om beleid te maken. De cijfers zijn gebaseerd op data-onderzoek en een online enquête onder 70.000 huishoudens in de 82 deelnemende gemeenten in Oost-Nederland.
Belangrijke conclusies uit het rapport zijn dat grote binnensteden hun aantrekkingskracht op de consument hebben behouden, middelgrote winkelgebieden hebben het juist zwaar. Ook meubelboulevards en clusters met bijvoorbeeld sport- en vrijetijdswinkels doen het goed.