KOOTWIJKERBROEK - Oud-burgemeester Asje van Dijk noemde hem ooit ‘de burgervader van Kootwijkerbroek’ en wie de afgelopen decennia een feest, bruiloft of verenigingsavond in De Essenburcht vierde, kent zijn gezicht. Kees van Wolfswinkel (66) was ruim dertig jaar lang het vaste aanspreekpunt van het dorpshuis dat uitgroeide tot horecagelegenheid en dé ontmoetingsplek van Kootwijkerbroek.

Oud-burgemeester Asje van Dijk noemde hem ooit ‘de burgervader van Kootwijkerbroek’ en wie de afgelopen decennia een feest, bruiloft of verenigingsavond in De Essenburcht vierde, kent zijn gezicht. Kees van Wolfswinkel (66) was ruim dertig jaar lang het vaste aanspreekpunt van het dorpshuis dat uitgroeide tot horecagelegenheid en dé ontmoetingsplek van Kootwijkerbroek.

De liefde voor horeca begon vroeg. Op zijn zestiende startte Kees in het AC Restaurant in Stroe. “Ik kwam daar als jongetje van 16 jaar binnen. Een kennis van mij zag het toen al: in deze jongen schuilt een horecaman”, vertelt Kees. Die woorden bleken opvallend raak. Hij volgde leerbanen bij Auberge La Diligence in Barneveld, het Hof van Gelre in Lochem en de Bunderkamp in Wolfheze. “Want je moest elk jaar een ander leerbedrijf hebben. Zo kreeg ik steeds meer ervaring.”

Van La Place naar Duitsland
Nadat hij op zijn twintigste trouwde, vond hij een baan bij Vroom en Dreesman in Amersfoort, waar het nieuwe concept van La Place net opkwam. “Daar hielp ik het zelfbedieningsrestaurant op te zetten.” De wens om toch meer met gasten bezig te zijn, leidde hem naar een heel andere sector: de Protestantse Militaire Tehuizen (PMT). “Dat zijn tehuizen net buiten kazernes, waar militairen bijvoorbeeld een hapje komen eten en drinken en wat gezelligheid zochten.”

Eerst werkte hij als assistent in Harskamp, later werd het echtpaar voor vier jaar in Duitsland geplaatst bij Bergen-Hohne, waar één van hun zonen werd geboren. Daarna keerde hij terug naar Nederland als tehuisleidersechtpaar in Schalkaar en Harskamp. Toen de dienstplicht verdween, kwam een nieuwe kans dichter bij huis: beheerdersechtpaar worden van het Dorpshuis in Kootwijkerbroek. Er waren dertien sollicitanten, maar Kees en Hanni pasten perfect in het plaatje. “Ik had horeca-ervaring én kende de managementkant. Bovendien is mijn vrouw hier geboren, en ik in Stroe. We kenden de mensen en ze kenden ons. Dat maakte het makkelijker om vertrouwen te winnen.” Vanaf 1992 bouwde Kees, samen met Hanni, aan wat later De Essenburcht zou worden: een plek waar bruiloften, verjaardagen, vergaderingen en dorpsactiviteiten samenkomen. “We hebben het zien groeien van een dorpshuis tot een volwaardige horecazaak.”

Legendarisch kip-spekhapje
Kees bracht vernieuwing in De Essenburcht en was beheerder, kok, gastheer en regelaar tegelijk. Hij bedacht nieuwe buffetten, introduceerde het legendarische kip-spekhapje, bracht shared dining naar het dorp nog voordat het zo heette en kookte zelf mee. Om jonge mensen aan zich te binden, organiseerde hij jongerenavonden. “Ze kwamen eten, hadden lol met elkaar en als ze later gingen trouwen, gaven ze hier hun feest. Zo heb ik heel veel bruiloften binnengehaald. We deden dat niet alleen, we hadden een heel goed team om ons heen.”

Eten, drinken en gunnen
In drie decennia zag Kees de horeca veranderen. “Mensen trouwen vaker buiten, in tenten of op locaties met alles erop en eraan. Maar ik heb nooit gebrek gehad aan werk. De oudere generatie houdt van traditie en waardering, en dat vind je hier.” De kracht van De Essenburcht? Die ligt volgens Kees in die persoonlijke benadering. “Het draait niet alleen om eten en drinken, maar om gunnen. Kootwijkerbroek is een dorp waar mensen je pas vertrouwen als ze weten wie je bent. Dat heb ik altijd begrepen. Misschien omdat mijn vrouw hier vandaan komt, misschien omdat ik zelf ook een dorpsmens ben.” En ja, het werk eiste ook zijn tol. “We werkten tachtig uur per week. Altijd avonden, weekenden, feestdagen. Dat gaat niet zonder offers.” Toch bleef hij. Uit plichtsgevoel én plezier. “Ik kon het niet loslaten. Het is een beetje mijn kindje geworden.”

Zijn opvolger, Gerwin Roelofsen, neemt binnenkort het stokje over. Kees kijkt er met vertrouwen naar. “Hij is jong en sociaal, dat is belangrijk. De Essenburcht moet blijven wat het is: een plek waar mensen zich thuis voelen.” Of het afscheid hem zwaar valt? “Tja… het is wel mijn kindje dat ik moet loslaten na 32 jaar. Dus dat is wel een dingetje. Hobby’s heb ik eigenlijk niet, op af en toe tennissen en fietsen na. Als ik straks de sleutel inlever, voelt het wel alsof ik een stukje van mezelf achterlaat.”

www.essenburcht.nl