Jezelf zien te redden. Dat leerde hij al vroeg als jongste uit een gezin van twaalf. En nog steeds is het een belangrijk motto in zijn leven én in zijn bedrijf. Er is genoeg energie in zon en wind. Waarom zou je dan afhankelijk willen zijn van een energiemaatschappij? Met die drive bouwt Joop Bettink samen met een team van vijftig specialisten een florerende onderneming. Interview met een ondernemer die evenveel aversie heeft voor protocollen en regeltjes als dat hij respect heeft voor de natuur en de circulaire economie.

Wie Joop belt, heeft grote kans dat hij niet opneemt. “Ik pak heel weinig op en weinig mensen vinden dat een probleem", zegt hij glimlachend terwijl hij een slok koffie neemt. “Als je aan het eind van de dag je gemiste oproepen nabelt, blijkt het meeste wel opgelost te zijn.” Het is veelzeggend voor de manier waarop hij leidinggeeft aan Rengineers (voorheen Bettink Service Team). “Ik hou niet van overdreven hiërarchie en geniet ervan als de jongens zelf beslissingen nemen. Als ik morgen wegrijdt richting Friesland, dan weet ik dat de neuzen hier allemaal dezelfde kant op staan. Eén team. Eén taak. Als je er altijd zelf moet zijn om te zeggen welke kant je op gaat, dan blijf je er aan trekken. Dan gaat het nooit vanzelf. Ze moeten zelf blijven nadenken.”

Meteen proberen
Voorbeeldje? “Het spuiten van de masten deden we eerder op bokjes. De masten lagen dus op bokken op de vloer van de hal, en dan werden ze gespoten. Tot één van de jongens op het idee kwam om ze rechtop in de hal te hangen aan een kraan in de spuitcabine. Je geeft hem een zetje, waardoor die ronddraait en je overal makkelijk bij kan. Kijk, daar wonnen we dus vier uur per mast mee. Als je zo’n idee krijgt aangereikt kan je zeggen: beste jongen, ik ben bijna vijftig en we hebben dit altijd al zo gedaan, dus zo blijven we het doen. Nee, natuurlijk niet. We gaan het vanmiddag meteen proberen!”

“En ook al ben ik er lang niet altijd, ik ben er toch. Ze weten wel dat er iemand is die de leiding heeft en die voor ze zorgt. Als er op z’n Kootwijkerbroeks gezegd stront aan de knikker is, weten ze dat ze bij me terecht kunnen. Kijk, er zullen ongetwijfeld jongens zijn die ook wel eens om zich heen kijken of ze ergens anders meer kunnen verdienen. Maar in de regel heerst hier tevredenheid, en dat heb je nodig in een bedrijf. Dan kan je ook eens een extra stapje zetten met elkaar.”

Techneut
Joop is een techneut in hart en nieren. “Mijn vader leerde ons figuurzagen, mijn moeder leerde ons tekenen. Er stond een grote doos met lego voor de kachel, maar de boekjes die erbij hoorden bleven onaangeroerd. Dingen vanuit een boekje doen, daar heb ik nooit echt iets mee gehad. Nog steeds niet. Zelf nadenken is veel belangrijker. Speciale dingen bedenken en maken. Daar houden we hier van.”

Toen hij als jong broekie ontslag nam bij een grote windmolenbouwer, meldde hij zich bij een loonwerker. Die wees hem de deur toen bleek dat hij geen papiertje op zak had. “Ga dan maar terug naar je oude werkgever, zei mijn vrouw toen. Want met een kleine op komst moest er wel brood op de plank komen. Ik dus met hangende pootjes naar mijn toenmalige manager. Maar die hoefde me ook niet meer. Zo goed ging het niet in het bedrijf, dus hij was blij dat-ie een salaris minder had uit te betalen. Ik kon die man wel wat doen, maar achteraf ben ik hem er dankbaar voor.’’

Gat in de markt
Logisch, want Joop Bettink kreeg niet veel later de gelegenheid om een regionaal service centrum te beginnen voor windmolens. “Het bleek het eerste gat in de markt waar ik insprong. Er waren wel concurrenten, maar die snapten de klant niet. Als zo’n ding het niet doet, moet je zorgen dat-ie meteen gemaakt wordt. Dan moet je niet afhankelijk willen zijn van een leverancier van onderdelen met dertien weken levertijd.” Dus zorgde Bettink ervoor dat hij tandwielkasten, dynamo’s, generatoren, wieken en alle mogelijke onderdelen van uiteenlopende merken windmolens op voorraad had. “Vervolgens verdiepten we ons in de techniek door gebruikte molens te demonteren en te reviseren. Dat bleek het tweede gat in de markt dat we konden dichten. Onze klanten verdienen hun geld met het opwekken van energie, maar als hij stilstaat verdienen ze niks. Problemen oplossen voor een klant heeft me altijd gelegen. We zijn de Albert Heijn van de servicewereld. Je betaalt een goede prijs, maar je kan bij ons ook echt alles kopen wat je nodig hebt.”

BestWatt
Bettink en zijn team namen ook de volgende stap door zelf energie te gaan opwekken. “Kijk, het is net als in de bouw. Je begint als timmerman, vervolgens start je een bouwbedrijf en als je door wilt, word je projectontwikkelaar. Dat is bij ons precies zo gegaan. Nu helpen we bedrijven om hun eigen energie op te wekken. Waarom zou je je leven lang elke maand 1700 euro aftikken bij Vattenfall als je zelf een apparaat kan neerzetten? BestWatt (zoals de dochteronderming van Rengineers heet, red.) plaatst windmolens of zonnepanelen bij bedrijven en agrariërs. Vaak in combinatie met slimme energie- opslag. Kijk, dan ben je weer terug bij de groentetuin van vroeger. Gewoon jezelf zien te redden met dingen die je zelf verbouwt. Met BestWatt zitten we nu veel in het midden- en kleinbedrijf en bij agrariërs.’’

De stap naar de Amerikalaan was een flinke, geeft hij aan. Maar dat het pand zo pontificaal in het zicht staat op Harselaar was geen vooropgezet plan. “Iedereen zegt: Tjonge jonge.. da’s een mooie zichtlocatie. Maar weet je… dat scheelt onze klanten helemaal niks. Die komen hier nooit langs. Ik heb het puur voor de logistiek gedaan. We moeten namelijk met wieken van vijftig meter lang de hal in kunnen rijden. Dat werkt perfect hier. Ze komen van de A1 en hoeven maar één kruising over.”

Plannen
Dat  neemt niet weg dat het een prachtig bedrijfspand is geworden, waar Bettink nog veel plannen mee heeft. “Daar”, wijst hij naar de voorkant van de hal, “willen we een waterstofstation bouwen. Samen met een slimme bandenpomp én tien snelladers voor elektrische auto’s. Hier kan kan je straks een bak koffie nemen terwijl je auto in twintig minuten vol zit.”

 Voor Bettink zitten er tot op zekere hoogte grenzen aan zijn ondernemerschap. “In onze markt doen we wat onze hand vindt om te doen en dat is op dit moment genoeg. We werken om te leven en niet omgekeerd. Op dit moment zijn er meer dan zeshonderd windmolens in Europa waar zijn jongens verantwoordelijk voor zijn. Met BestWatt wordt de ene na de andere ondernemer onafhankelijk gemaakt van de energiemaatschappij. En er is nog veel werk te doen, geeft hij aan. “Het lijkt misschien zo dat zonne-energie massaal wordt toegepast, maar maak maar eens een dronefoto van Harselaar. Valt tegen hoor, wat je dan ziet aan panelen. Die Veluwenaren willen er nog niet helemaal aan dat er iets is waar je niks voor hoeft te doen, maar tóch wat oplevert. Een goede vriend van me zei het altijd al: Als een boer iets verdient, investeert hij het liefst in meer schuren en meer stront. Dat je ergens een plaat kunt neerleggen waar de zon op schijnt waardoor je energie hebt, daar wil hij eigenlijk niet aan.”

Opdracht
“Kijk: circulair denken, windenergie en zonne-energie… Tegenwoordig lijkt het een hype, maar het is ook gewoon een opdracht. Bijbels zelfs. Daar ben ik mee opgegroeid. Klinkt misschien een beetje ouderwets, maar je gooit iets dat nog niet op is, niet weg. Als je iets kunt hergebruiken, dan doe je dat. Waarom kan een vrachtwagen die hier niet meer mag rijden vanwege het milieu wél naar Ethiopië? Ik ben geen geitenwollensokken-man, maar vroeger ging je naar bed als het donker werd. En als het koud werd trok je een trui aan. Waarom verpakken we alles in plastic. Waarom wil je boerenkool eten als er geen boerenkool meer op het land staat? Dat circulaire denken is altijd een uitgangspunt geweest in mijn leven. Als je dat kwijt raakt, snap je heel veel dingen niet meer. In deze tijd vergeten mensen  dat wel eens. Wat zou het mooi zijn als we die bewustwording weer terugkrijgen in onze samenleving.”

www.rengineers.eu