BARNEVELD - Om er zeker van te zijn dat wij netjes en op tijd belasting betalen, heeft de wetgever de Belastingdienst veel voorkeursrechten gegeven. Dat het snel fout kan gaan, bewijst de dagelijkse praktijk.

U houdt als ondernemer meerdere ballen in de lucht en u heeft verplichtingen naar afnemers, personeel, de bank en de Belastingdienst. Hoe begrijpelijk is het dat - als een tekort in middelen dreigt - u eerst de afnemers en/of de bank besluit te betalen? Begrijpelijk ja, maar niet verstandig. Door andere schuldeisers meer of eerder te betalen miskent u het grote gelijk van de Belastingdienst. Dat kan u duur komen te staan. De armen van de wet reiken ver. Je vraagt je daarbij af of het niet wat minder kan. Zo gaat bijvoorbeeld de Belastingdienst, ingeval van een faillissement, voor op de schuldeisers. En – onder omstandigheden – is de bestuurder in privé hoofdelijk aansprakelijk voor de onbetaald gebleven belastingschulden. Welke bestuurder, hoor ik u denken? In principe allemaal.

Zo besliste de rechtbank recent dat de onderneming gehouden is aan een met de Belastingdienst gesloten overeenkomst, terwijl de bestuurder die het overleg met de Belastingdienst had gevoerd daartoe statutair helemaal niet bevoegd was. Voor de overeenkomst was namelijk de instemming vereist van alle bestuurders. Het raadplegen van het handelsregister is cruciaal. In het handelsregister staan namelijk de bevoegdheden vermeld om namens de onderneming te mogen optreden. Alleen als u zaken doet met een bevoegd bestuurder, kunt u nakoming van de onderneming verlangen. Als u het handelsregister niet raadpleegt, komt dat voor uw eigen risico.

Waarom geldt die onderzoekplicht ook niet gewoon voor de Belastingdienst? Sterker nog, waarom wordt iedere bestuurder bij wetsfictie geacht de onderneming jegens de Belastingdienst automatisch te vertegenwoordigen? De Belastingdienst heeft per slot van rekening meer controletechnieken dan menig ondernemer. Het wettelijke gelijk van de Belastingdienst is naar mijn mening op onderdelen te groot en niet meer van deze tijd. Helemaal niet nu meer overleg, vertrouwen en ‘self control’ het credo zijn van het ‘nieuwe werken’ van de Belastingdienst. Reden waarom alle voorkeursrechten en wetsficties wat mij betreft eens goed tegen het licht moeten worden gehouden. Laten we maar beginnen met de verouderde vertegenwoordigingsfictie.

Dennis van de Veer, 0342 - 473 444 dvdveer@schuiteman.com

schuiteman.com