Urenlang raapte hij eieren in de stal van zijn vader. Het automatisch legnestsysteem dat Ab Jansen (72) daar bedacht werd een wereldhit. Zijn bedrijf Jansen Poultry Equipment groeide uit tot wereldmarktleider op het gebied van eiertransport-, opfok- en volièresystemen voor de pluimveesector. Hoe kijkt één van de meest innovatieve zakenmannen van Barneveld terug op zijn loopbaan en wat kan een nieuwe generatie ondernemers daarvan leren?

Twee jaar geleden zou u het rustiger aan gaan doen: is dat gelukt?
Een beetje. Ik ben hier nog zo’n vier dagen in de week. Vind het nog te leuk om me bezig te houden met innovatie. Inmiddels deel ik de leiding met drie andere directeuren hoor.

U bent 72 en heeft nog steeds lol in het ondernemerschap: wat is uw geheim?
Dat is toch de liefde voor het vak en dan vooral het ontwikkelen van nieuwe oplossingen. Dat steeds puzzelen om een balans te vinden tussen een optimale leefomgeving voor dieren, duurzaamheid en het rendement voor een ondernemer. Dat is overigens minder een spanningsveld dan mensen weleens denken. Een kip die zich prettig voelt, legt meer eieren en levert veel en goed vlees op.

Kreeg u het ondernemerschap van huis uit mee?
Mijn opa had een kuikenbroederij. Mijn vader had een gemengd bedrijf met koeien en varkens, maar vooral kippen. Wij hielpen van jongs af aan mee op de boerderij. Koeien melken, stallen uitmesten, eieren rapen. Hard werken. Dat hoorde er gewoon bij.

Hoe heeft dat u gevormd?
Nou, ik was uren bezig in die stallen met het rapen van eieren en dacht: mijn vader doet dit al zijn hele leven, die heeft nooit een vrije dag. Daar kwam nog bij dat als je die eieren niet snel genoeg weghaalde, ze gekneusd of kapot geprikt werden. Daar ontstond bij mij het idee: dit moet toch anders kunnen.

Neem ons eens mee terug: hoe ontwikkelde u het eerste automatische legnest?
Dat was gewoon een kwestie van experimenteren. Dat kon in die tijd nog, je had nog geen wet- en regelgeving. Ik werkte in die tijd als constructeur bij een machinebedrijf, in de avonduren knutselde ik aan proefopstellingen in de stal van mijn vader. Niet alles werkte natuurlijk. We hadden bijvoorbeeld een prachtig systeem ontwikkeld, maar dat bleek te tochtig. Daar wilde geen kip in zitten. Ook kleur bleek belangrijk. Kippen vinden rood en paars prettig in hun omgeving, waarschijnlijk omdat ze dat herkennen van de kammen en lellen. Die kleuren zie je nog steeds terug in onze producten.

Een kleine veertig jaar later is het automatische legnestsysteem steeds verder geëvolueerd, maar het basisprincipe is nog hetzelfde. Kippen leggen eieren in een speciaal nest. Van daaruit rolt het ei voorzichtig naar een transportband, die de eieren afvoert. Inmiddels omvat het productassortiment tal van andere producten voor de vermeerderings-, vleeskuiken- en legsector. Van roosters tot volièresystemen en van luchtwassers tot warmtewisselaars.

Wat leidde tot de zakelijke doorbraak van uw uitvinding?
Toen het systeem in de stal van mijn vader aansloeg, kwamen er steeds vaker collega’s kijken. Maar ze vonden het nog wel spannend om aan te schaffen. Ik weet nog dat ik de eerste klant beloofde: als het niet werkt haal ik alles weer uit je stal en krijg je je geld terug. Dat contract hangt hier nog steeds aan de muur.

Welke veranderingen bracht dat in de pluimveesector?
Boeren konden ineens 50 procent tijd besparen op het verwerken van hun eieren. Bovendien haalden ze meer schone en hele eieren uit hun stal. Die reductie van arbeid heeft voor een enorme schaalvergroting gezorgd. Boeren konden ineens doorgroeien naar 12.000 en nu zelfs 30.000 of 40.000 kippen.

Het succes van de automatische legnesten legde Jansen Poultry Equipment geen windeieren. De omzet bedroeg in 2018 zo’n 48 miljoen euro, de operationele winst groeide tussen 2014 en 2018 gemiddeld met 11 procent. Daarmee behoort het Barneveldse bedrijf tot de 100 succesvolste maakbedrijven van Nederland. Inmiddels worden de systemen geëxporteerd naar meer dan 80 landen op alle continenten. Van Australië tot Rusland en van China tot Canada.

Wat waren de sleutelfactoren in de internationalisering van uw bedrijf?
De basis is en blijft een product dat de klant tijd bespaart en geld oplevert. Daarmee kan je waar dan ook ter wereld zakendoen. Je moet natuurlijk wel inspelen op cultuurverschillen. In Japan is anciënniteit heel belangrijk. Daar moet je dus oudere verkopers inzetten. In Zuid-Amerika moet je losjes uit de hoek kunnen komen, in Frankrijk de taal spreken en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Door de jaren heen zijn uw systemen regelmatig gekopieerd. Hoe gaat u daarmee om?
Het heeft geen zin om daar tegen te vechten. De kunst is om door te blijven ontwikkelen zodat je onderscheidend blijft. Toen andere bedrijven ook met automatische legnesten kwamen, introduceerden wij een systeem waardoor je vleeskuikens niet meer met de hand hoeft te vangen. Innoveren is de enige weg.

Wat is de beste beslissing die u in al die jaren als ondernemer genomen heeft?
Dat is de stap om ons productieproces te automatiseren en te robotiseren, waardoor we blijvend de concurrentie aankunnen met lagelonenlanden. Tegelijkertijd is dat ook de beslissing die we wellicht nog eerder hadden moeten nemen.

Welke waarden zijn voor u belangrijk als ondernemer?
Ik heb altijd vastgehouden aan vijf belangrijke richtlijnen in ons bedrijf. De klant is koning, blijf doorontwikkelen, automatiseer wat je kan, doe alleen wat rendabel is zodat je kunt blijven investeren en koester je dealers. Dat laatste is heel belangrijk als je internationaal wilt groeien. Er zijn best wel eens momenten geweest dat een grote klant rechtstreeks bij ons wilde inkopen. Dat had ons kortetermijnwinst opgeleverd, maar langetermijnverlies. Omdat je dan de relatie beschadigt met een partner die voor jou de markt bewerkt.

Wat vond u het moeilijkste aan ondernemen?
In elk bedrijf zitten troublemakers. 95 collega’s doen hun werk goed, 5 niet. Ik heb moeite om goed met die laatste groep om te gaan. Daar ben ik misschien niet geduldig genoeg voor.

Welke les zou u een nieuwe generatie ondernemers willen meegeven?
Maak nacalculaties. Heel veel ondernemers rennen zich de hele week rot om het werk af te krijgen en klanten te bedienen. Ze steken veel tijd in het binnenhalen van werk, maar vergeten te berekenen of ze daar onderaan de streep ook iets aan hebben overgehouden. Elk project bij ons wordt na afloop doorgerekend. Zo zie je: hebben we iets verkeerd ingeschat, hebben we fouten gemaakt, wat kunnen we verbeteren?

Wat zijn de belangrijkste thema’s voor de toekomst bij Jansen Poultry Equipment?
De reductie van ammoniakuitstoot en fijnstof zijn belangrijke uitdagingen voor de sector. Op dat laatste gebied testen we nu of je door middel van ionisatie fijnstof kunt laten ‘verklonteren’ tot grotere deeltjes. Ook zijn we betrokken bij een experiment rond het kweken van insecten, die weer als eiwitrijke voedingsstof kunnen dienen voor pluimvee. Dat is duurzamer dan soja verschepen naar Europa.

In een deel van jullie afzetmarkten zullen dit soort thema’s nog niet relevant zijn. Is dat niet lastig?
Dat klopt. In landen als Rusland hoor je niemand over fijnstof. Ik zie het echter als een voordeel dat wij in Nederland zo’n hoge dichtheid van mensen en dieren hebben. Dat dwingt je om steeds te zoeken naar nieuwe manieren om uitbraken van dierziektes te voorkomen of de footprint van de agrarische sector te verkleinen. Die gedwongen innovatie zorgt er mede voor dat bedrijven uit Nederland voorop blijven lopen.