BARNEVELD – Om de grote hoeveelheden Oost-Europese arbeidskrachten in de regio Barneveld fatsoenlijk onderdak te bieden, ziet de gemeente Barneveld grootschalige nieuwe shortstayvoorzieningen – in de volksmond ‘Polenhotels’ genoemd – als serieuze optie.

Dat blijkt uit een nieuwe notitie over huisvesting van arbeidsmigranten. Nu wonen Polen, Bulgaren en Roemenen nog vaak (illegaal) op campings of bungalowparken of delen ze met meerdere mensen een huur- of koopwoning. Dat leidt soms tot overlast en onveilige situaties.

Maximaal één per bedrijventerrein
“Gezien de omvang van het aantal arbeidsmigranten dat in gemeente Barneveld werkzaam is en het feit dat de bestaande woningvoorraad vanwege de krapte op de woningmarkt beperkt inzetbaar is voor kamergewijze verhuur, is het zeer reëel om te veronderstellen dat er in Barneveld één of meerdere nieuwe woongebouwen komen ten behoeve van vooral short stay op logiesbasis”, schrijft de gemeente.

Eventuele ‘Polenhotels’ wil de gemeente alleen toestaan in Barneveld (3 stuks), Voorthuizen (1 stuks) en Kootwijkerbroek (1 stuks). Er mag maximaal één zo'n woongebouw per bedrijventerrein neergezet worden. Per woonunit is er ruimte voor 60 tot 100 arbeidsmigranten. Om overlast te voorkomen moet er een beheerder aanwezig zijn, in ieder geval in de avonduren.

Leegstaande kantoren en boerderijen
De gemeente Barneveld ziet nog drie andere mogelijke woonlocaties voor arbeidsmigranten. Ze kunnen bijvoorbeeld wonen in boerderijen die de komende jaren leeg komen te staan of in leegstaande kantoorpanden. Daar zitten wel de nodige haken en ogen aan. Tot slot blijft ook huisvesting in huur- en koopwoningen een optie. Om overlast te voorkomen stelt de gemeente daar wel strenge grenzen aan. Er mogen maximaal vijf arbeidsmigranten in één huis wonen en in een straal van 200 meter mag er niet nog een woning verhuurd worden aan buitenlandse arbeidskrachten.

Naar schatting wonen er zo'n 660 tot 880 arbeidsmigranten in de gemeente Barneveld. Hun inzet is volgens de gemeente ‘van levensbelang’ in met name de logistieke dienstverlening, transport en de agrarische sector.