BARNEVELD - De gemeente Barneveld, de Barneveldse Techniek Opleiding (BTO) en de Barneveldse Bouwopleiding (BBO) hebben een intentieovereenkomst opgesteld voor de bouw van een hybride techniekcentrum aan de Wencopperweg in Barneveld.

BTO leidt sinds 2019 jongeren op voor een toekomst in de techniek. In de afgelopen jaren is de bedrijfsvakschool sterk gegroeid. “We begonnen met 38 talenten. Inmiddels zijn er gemiddeld 160 leerlingen per jaar in opleiding”, vertelt Arjan de Jager, directeur van de coöperatie van techniekbedrijven.

Nieuwe opleidingen
Ook het opleidingsaanbod nam toe. De BTO biedt inmiddels mbo-opleidingen op het gebied van metaaltechniek, installatietechniek, mechatronica, koudetechniek, elektrotechniek, zinktechniek en smart buildings. Leerlingen leren drie of vier dagen in de week bij één van de aangesloten bedrijven en krijgen één of twee dagen in de week theorie- en praktijklessen bij BTO.

“Dat doen we nu nog op meerdere locaties op Harselaar. We zijn hard toe aan één grotere, centrale plek waar we talenten kunnen opleiden. Naast jongeren gaat het tegenwoordig ook om zij-instromers en statushouders. Verder zijn er plannen om samen met gemeenten en het UWV mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om te scholen”, vertelt De Jager.

Lidbedrijven verder ontzorgen op scholingsgebied is de komende jaren ook een belangrijk speerpunt. “We zijn daarom bijvoorbeeld gestart met trainingen voor praktijkopleiders, die onze talenten op de werkvloer begeleiden. Ook zijn we betrokken bij een onderzoeksproject van de CHE en Technova, waarin we kijken hoe je medewerkers zo kunt scholen dat ze flexibeler inzetbaar worden binnen bedrijven.”

Regionale en landelijke ambities
De Jager is blij met de goede samenwerking met de gemeente Barneveld. “De lijnen zijn heel kort en de gemeente biedt ons toegang tot een waardevol netwerk. Als er bijvoorbeeld politici of bestuurders naar Barneveld komen, zegt de gemeente: je moet ook even bij BTO kijken. Dat helpt ons vooruit nu we nadenken hoe we ons hybride concept wellicht ook regionaal en landelijk kunnen uitrollen.”