Hazeleger Kaas investeert in klant én medewerkers
BARNEVELD - Ben je in de supermarkt in binnen- of buitenland en stuit je in het koelvak op een pakje Beemster of Maaslander? Grote kans dat het gesneden en verpakt is op Barneveldse bodem: bij Hazeleger Kaas.
Hazeleger Kaas bestaat anno 2021 uit twee locaties (Hanzeweg en Koningsbergerweg) waar in totaal veertien verpakkingslijnen staan. Hier rolt wekelijks 400.00 kilo van de lijnen om daarna gedistribueerd te worden naar supermarkt, horeca of andere verkoopkanalen. En dat over de hele wereld. De vraag naar het product groeit onverminderd door en ondertussen innoveert het oer-Barneveldse familiebedrijf met de markt mee.
Hazeleger Kaas ging bijna honderd jaar geleden van start met het venten en daarna ook rijpen en verkopen van hele kazen. Toen er steeds meer vraag kwam naar verpakte plakjes en stukjes kaas werd het roer omgegooid en groeide het uit tot een modern bedrijf dat zich helemaal toelegt op snijden en verpakken. Een toenemend aantal Belgische en Nederlandse kaasmakers laten hun kazen er graag snijden en verpakken. De reden? “Wij verkopen nooit nee en gaan altijd tot het uiterste om snel te leveren en met de gewenste oplossing te komen. ‘Kan niet’ bestaat bij ons niet’. Klanten waarderen onze flexibiliteit dan ook enorm.”
Inmiddels werken er zestig mensen in vaste dienst en worden er jonge mensen opgeleid als onder meer operator om de complete productielijn te bewaken. “We zijn nauw betrokken bij opleidingscentrum Food Academy Nijkerk, waar studenten opgeleid worden tot medewerkers door ze tijdens hun opleiding in te zetten in het bedrijfsleven. Momenteel hebben we drie leerlingen die hier met heel veel plezier werken en veel technische kennis en ervaring opdoen.”
Hazeleger Kaas blijkt een aantrekkelijke onderneming voor jonge mensen om te werken. “Dat komt denk ik door de combinatie van een familiecultuur én het feit dat er hier gewerkt wordt met de modernste technieken. De mensen zijn enorm belangrijk voor Hazeleger Kaas, en daarom wordt er graag geïnvesteerd in hun welzijn én hun ontwikkeling.”