Waar de gemiddelde Nederlander zijn gast koffie of een glaasje water aanbiedt, is Francisco Pang duidelijk uit ander hout gesneden. ,,Wit wijntje?’’, vraagt hij met een vriendelijke glimlach als we zijn gaan zitten in zijn zonnige besloten tuin in Barneveld. Het is vrijdagmiddag. Dus waarom niet. Een interview met misschien wel de best geïntegreerde Chinees van Nederland.

All you can eat. Sushi. Wok. Chinees buffet. De formule van de talloze ‘vreetschuren’ die ons land inmiddels rijk is, slaat bij de Nederlander duidelijk aan. ‘Veel voor weinig’ is dankzij de crisis een ware opmars begonnen. Pang, de trotse eigenaar van Rose Garden in Barneveld, is de laatste die er een oordeel over zou vellen. Dat zit gewoon niet in zijn aard. Maar wie goed naar hem luistert, weet dat ze hém er niet zo snel zullen vinden.

Maleisië

Pang werd op 4 oktober 1961 geboren in Kuala Lumpur, de hoofdstad van Maleisië. ,,Ja, inderdaad. Ik kom helemaal niet uit China’’, lacht hij vrolijk terwijl hij het wijntje completeert met een kommetje verse noten. ,,Mijn grootouders zijn Chinezen, waardoor ik het ook ben weliswaar, maar geboren ben ik er niet. Ik was zestien jaar toen mijn vader besloot om zijn geluk in Nederland te beproeven. Niet dat we het slecht hadden, maar mijn ouders zagen in Nederland veel betere toekomstkansen. En Chinese restaurants deden het in Nederland goed. Nederland is een land met van oudsher veel Oosterse invloeden. Daardoor hebben de Nederlanders het Chinese eten ook heel snel omarmd. In Nederland kan je op elke 7000 inwoners een Chinees restaurant rendabel maken.’’

Nieuw avontuur in Nederland

En daar zit je dan. Als 16-jarige Maleisiër in het vliegtuig naar het volstrekt onbekende Nederland. ,,Mijn vader had al een paar jaar in Nederland gewerkt. Maar ik en mijn twee broers en zusjes waren nooit eerder in het buitenland geweest. Je kunt je wel voorstellen dat dit even heel vreemd was. Toen we in Nederland aan kwamen en ik de mensen hoorde praten, was ik er van overtuigd dat ik nooit Nederlands zou kunnen leren. Veel te moeilijk. Maar zoals je hoort is het me toch aardig gelukt.’’

Dat deed hij overigens niet in de schoolbanken.,,Het studentenleven bleek niet mijn ding. Het viel voor mij niet mee om er helemaal tussen te komen. Ik werkte liever. Ik had een bijbaantje in een Chinees restaurant. Eerst als afwasser, later achter de bar. Nadat ik een seizoen de kans kreeg om als ober vakantiewerk te doen op Texel ben ik gestopt met school. Ik verdiende 25 gulden en kreeg goede fooien. Dat vond ik zo aanlokkelijk dat ik besloot om de schoolbanken te verlaten. En dat ik in de horeca een baan wilde was niet in eerste instantie uit liefde voor het vak. Zeventig procent van de Chinezen in Nederland werkt in de horeca. Het was eigenlijk de enige optie die ik had.’’

Kans in Barneveld

Pang ging fulltime aan de slag in diverse Chinese restaurants. Ondertussen opende zijn vader in Lisse de deuren van een eigen restaurant waar hij twee jaar werkte voordat Barneveld in beeld kwam. ,,Eigenlijk is het puur toeval dat we in Barneveld terecht zijn gekomen. Ik hoorde van vrienden dat er een bestaand restaurant te koop stond. Toen we hier kwamen kijken, hadden we er meteen het goede gevoel bij en zijn we aan het werk gegaan.’’
De aankoop van het restaurant bood Francisco en zijn vrouw Mei de gelegenheid om een frisse start te maken. En dat wierp vrijwel direct zijn vruchten af. Een slechtlopend en gedateerd restaurant veranderde binnen een jaar tijd in een fris, modern en kwalitatief hoogstaand Chinees restaurant. ,,Mijn vrouw heeft daar een belangrijke hand in gehad. Dankzij het nieuwe interieur en een compleet nieuwe kaart was het al snel lekker druk.’’

Netwerkers

Pang is bepaald geen spraakwaterval als hij het over zijn succesfactoren heeft. Bescheidenheid siert de mens.Toch springt er wel degelijk één vaardigheid uit: Francisco en Mei zijn netwerkers pur sang. Waar veel Chinezen in Nederland vooral elkaar opzoeken, laat het echtpaar Pang geen gelegenheid voorbij gaan om zich te mengen in het sociale en maatschappelijke verkeer. Een bewuste keus? Pang haalt zijn schouders op. ,,Zo zitten wij gewoon in elkaar. We vinden het leuk om te golfen, om naar de Ballonfiësta te gaan, om op plekken te zijn waar we andere ondernemers ontmoeten. Dat is iets waar ik van geniet en het zou goed kunnen dat dit ook goed is voor de zaak, maar daar doen we het niet voor. Zo langzamerhand kent iedereen ons hier en natuurlijk helpt dat mee.’’

Maar er zijn meer succesfactoren. Want wie denkt dat Pang en zijn vrouw al jaar in jaar uit hetzelfde kunstje doen, zit er ver naast. Wie kwaliteit wil blijven leveren, moet voortdurend vernieuwen. Niet voor niets behoort Rose Garden met haar lidmaatschap van het gezelschap ‘Fine Eastern Restaurants’ tot de eredivisie van de Chinese restaurants in Nederland. ,,Hier werden we vijf jaar geleden voor gevraagd. En dat is een hele eer. Het zijn er maar 27 in Nederland. Met deze groep zijn we voortdurend bezig om vernieuwend te blijven. Proefdinertjes, wijncursussen, culinaire reisjes…. Onlangs hebben we vier streken in China bezocht om inspiratie op te doen. Veel dingen die je daar ziet passen niet in Nederland, maar sommige dingen juist heel goed.’’

Zoon Rocky

Na bijna dertig jaar Rose Garden staat de volgende generatie Pang te trappelen om het restaurant over te nemen. Zoon Rocky is net als zijn vader een horeca-dier. ,,Hij vroeg me laatst wanneer ik van plan was om ermee op te houden’’, lacht Pang. ,,Hij is 27 en heeft in de afgelopen 16 jaar elk weekend in de zaak gewerkt. Hij is afgestudeerd aan de Hogere Hotelschool en werkt nu bij topkok Ron Blaauw in de zaak. Dus hij zou het zeker kunnen. Maar wij hebben hier nog veel te veel plezier in om ermee op te houden. Bovendien ben ik 53. Dus ik heb er zelfs nog niet eens over nagedacht om ermee op te houden. Rocky zal echt nog even moeten wachten.’’