Ortho Fleur kiest voor kwaliteit

BARNEVELD – Fleur Vermeulen is sinds 2021 lid van de JOS. Van jongs af aan wist ze het zeker: ze wilde orthodontist worden. Inmiddels runt ze al jaren haar eigen praktijk Ortho Fleur in Barneveld. “Het is technisch én sociaal werk, dat maakt het zo mooi.”
Ze noemt zichzelf met een knipoog een “vaknerd”. Niet voor niets volgt Fleur Vermeulen graag congressen. “Ik wil bijblijven. Er gebeurt veel op technisch vlak. De digitale orthodontie met het gebruik van 3D-scanners en aligners hebben het vak ingrijpend veranderd.” Maar de liefde voor orthodontie zit bij Fleur al veel langer diep. “Als kind heb ik zelf lang een beugel gehad. Ik was tien toen ik riep: later word ik orthodontist. Dat is nooit meer veranderd.”Na haar studie in Nijmegen en Amsterdam keerde Fleur terug naar Barneveld, waar ze haar eigen praktijk begon. “De eerste jaren waren best pittig. Alles moest opgebouwd worden. Maar ik had veel werk en de vrijheid om het op mijn manier te doen.” Inmiddels werkt ze met tien assistentes en een waarnemend orthodontist. “Zo kan de praktijk ook doordraaien als ik er niet ben. Dat is beter voor de continuïteit.”
Wat haar manier van werken typeert? “Ik kies altijd voor kwaliteit. Dat zit in kleine dingen: iets ruimer plannen, werken met goede materialen. Geen concessies doen op wat goed voelt.” Ook samenwerking is voor haar essentieel. “We behandelen regelmatig complexe gevallen samen met een kaakchirurg, tandartsen of een implantoloog. Dan zitten we echt samen om tafel. Het vraagt overleg, afstemming en puzzelwerk, maar dat maakt het vak juist boeiend.”
Lidmaatschap JOS
Fleur is sinds 2021 lid van de JOS. “Ik vond het fijn om als ondernemer weer meer contact te hebben in Barneveld. Het is handig om mensen te kennen, ook buiten je eigen branche.” In de praktijk is haar aanwezigheid bij bijeenkomsten beperkt. “Ik werk overdag en deels ’s avonds, dus zomaar vrij nemen is lastig. Maar als ik kan, ben ik erbij. En het is sowieso prettig om gezichten te kennen: dat maakt het laagdrempelig.”Grote uitbreidingsplannen heeft ze niet. “De praktijk draait goed en ik wil het behapbaar houden. Als het veel groter wordt, gaat het ten koste van het persoonlijke. Dat past niet bij mij.” De ontwikkelingen in het vak volgt ze ondertussen op de voet. “Die technische kant – plannen maken, bijsturen, afstemmen – daar krijg ik energie van. Vooral als het lukt om met het team een lastige casus tot een goed eind te brengen. Dan denk ik: dáárom doe ik dit.”