BARNEVELD - Hij groeide op in het Chinese restaurant van zijn ouders, maar leerde de hardheid van het vak pas écht kennen van niemand minder dan meesterkok Ron Blaauw in Amsterdam. Inmiddels is hij terug in Barneveld en positioneert hij Rose Garden met zijn Asian Bistro op een hele andere manier. Rocky Pang over zijn roots, passie en ondernemerschap. 

Is de horeca met de paplepel ingegoten?
Ja zeker. De basis van horeca heb ik van mijn ouders geleerd. Daarnaast heb ik ook veel verschillende bijbaantjes gehad bij verschillende horecagelegenheden. Van grandcafés tot sterrenrestaurants. Na elke ervaring ging ik food en gastvrijheid steeds meer waarderen waardoor ik er uiteindelijk mijn vak van heb gemaakt.

Rocky ging naar Hoge Hotelschool in Leeuwarden en volgde na het behalen van zijn bachelor een opleiding tot Vinoloog in Zuid-Afrika. Hij rolde in de wereld van evenementen en horeca uitzendbureaus. Dit was uiteindelijk niet waar hij naar op zoek was, waarop hij besloot aan te kloppen bij Ron Blaauw. Eén van de meest bekende 'meesterkoks' van Nederland.

Wat was je doel?
Ik wilde leren. Ron Blaauw is voor mij inspirerend in hoe hij onderneemt. Hij is binnen de horecawereld de eerste in Nederland die ballen toonde door zijn Michelinsterren weg te gooien om zo met een heel andere insteek een hoogwaardig restaurant(s) te beginnen. Zijn concept is vooruitstrevend, toegankelijk en vooral begrijpelijker voor een breder publiek. Dat vond ik erg interessant en ik wilde daarin graag meedoen.

Je wist jezelf op te werken tot bedrijfsleider van ‘Ron Gastrobar Paris’. Hoe kreeg je dat voor elkaar?
In Amsterdam ontdekte ik al snel hoe hard de horecawereld kan zijn. De sfeer binnen het team was erg competitief en als je iets niet goed deed dan kreeg je dat direct te horen. Gelukkig heb ik enorm veel passie voor het vak en beschik ik daarnaast over een groot doorzettingsvermogen om daar doorheen te prikken. Niet veel later werd ik dan ook gevraagd te assisteren bij het opzetten van een nieuw restaurant. Toen deze eenmaal stond werd de volgende geopend. Een chique, klassieke Franse bistro op het Leidseplein. Dat was Ron Gastrobar Paris. Ik werd bedrijfsleider en mocht zelf mijn team samenstellen. Het restaurant werd in no-time razend populair. Gordon vierde zijn vrijgezellenfeestje zelfs bij ons. Ik ben uiteindelijk ruim één jaar bedrijfsleider geweest. Dat was vorig jaar, voor ik besloot terug te gaan naar Barneveld.

Waarom ben je teruggekomen?
Ik wilde graag ondernemen. Mijn ouders willen daarentegen graag een stap terug doen. Het overnemen van Rose Garden was dan ook een logische, maar bewuste keuze. Ik ben nu mede-eigenaar en run de zaak samen met mijn vader. Mijn moeder werkt niet meer, maar valt in wanneer dat nodig is. Mijn vader en ik hebben nu in principe evenveel inspraak. In de praktijk betekent dat overigens vaak dat wie het hardst roept of het meest koppig is, uiteindelijk z’n zin krijgt. Daarbij is argumentatie natuurlijk wel key.

Wat is het grootste verschil qua ondernemen tussen jou en je vader?
Onze generaties. Mijn vader en moeder hebben dertig jaar geleden de Chinese keuken geïntroduceerd in Barneveld. Ik ben daarentegen opgegroeid in een tijd dat Nederland al bekend was met de Aziatische keuken en graag verschillende internationale keukens probeert. Zij zijn blij dat Barneveld de Aziatische keuken heeft omarmd terwijl ik het tijd vind voor een volgende stap: de introductie van nieuwe specialiteiten. Uiteindelijk is er weinig verschil tussen het ondernemerschap. Onze generaties verschillen maar het doel is hetzelfde: een wow-effect creëren bij onze gasten en het altijd naar hun zin maken.

Met jouw komst veranderde ook het restaurant. Wat wil je met het nieuwe concept neerzetten?
Rose Garden is nu een Aziatische bistro waar je naast Chinese ook Japanse en Indonesische specialiteiten kunt krijgen. Onze menukaart is divers en bestaat veelal uit tussengerechten, waardoor gasten de mogelijkheid krijgen om meerdere gerechtjes te nemen. Wij werken niet met de traditionele voor- en hoofdgerechten en gasten zijn vrij om hun eigen diner in te delen. Het restaurant is daardoor toegankelijk voor jong en oud.

Was het niet lastig om een nieuw concept binnen een bestaand restaurant te introduceren?
Dat blijft altijd lastig, maar daarin zit juist de uitdaging. Wij hebben ons best gedaan om de vaste gasten hun lievelingsgerecht van de oude menukaart te bieden, maar zijn daarnaast aan het experimenteren met nieuwe concepten. Zoals met de verschillende tussengerechten of bijvoorbeeld met acties. Onlangs deden we een actie waarbij je met vier personen op dinsdag tot en met donderdag een rijsttafel kon bestellen voor de prijs van twee personen. Met als gevolg dat het restaurant niet alleen in de weekenden, maar ook doordeweeks vol zat. Een geslaagde introductieactie dus.

Wat vind jij belangrijk als horecaondernemer?
De samenhang in het restaurant. Het interieur, de menukaart, maar ook het team. Ik vind het belangrijk dat mijn mensen persoonlijkheid en gastvrijheid kunnen overbrengen naar de gasten. Dat ze niet alleen wéten welke gerechten of wijnen bij elkaar passen, maar dat ze goed kunnen inschatten waar de gast behoefte aan heeft. Het team is de basis van je succes.

Wat kunnen we de komende jaren van jou en Rose Garden verwachten?
De komende jaren willen we het concept blijven aanscherpen. Zo gaan we ons verdiepen in verschillende Aziatische landen en komt er een grotere sushi-to-go-kaart. Daarnaast zal mijn vader het werk langzaam gaan afbouwen terwijl ik natuurlijk meer zichtbaar zal zijn. Of dat ook op lange termijn zo blijft weet ik nog niet. De toekomst ligt wat dat betreft nog helemaal open.