BARNEVELD - Op zaterdag gaan de jaarrekeningen, spreadsheets en marktanalyses aan de kant. Dan is accountant Ronald Tulen (50) coach van de Terschuurse Boys. 

Wat betekent voetbal voor jou?
Heel veel. Ik ben helemaal gek van het spelletje, volg zoveel mogelijk. De clubs hier in de regio via Twitter en de krant, de Eredivisie en buitenlands voetbal op tv. Op zondag gaat om half één de tv aan en kijken we de rest van de dag voetbal.

Hoeveel tijd ben je kwijt aan trainen en coachen?
We trainen twee avonden in de week, op zaterdag heb je de wedstrijd en dan komt daar nog alle voorbereiding bij. Ik denk dat je al snel op zo’n 15 uur per week zit. Of dat te combineren is met mijn werk? Ja, omdat ik het wil. Natuurlijk zou ik die uren ook in mijn werk kunnen steken, maar ik werk hard genoeg en het is in mijn ogen ook goed om er wat naast te doen.

Wat brengt het je?

Vooral veel voldoening. Het daagt me ook uit. Ik ben in mijn werk ambitieus, maar ook als trainer. Ik wil weten waar mijn plafond ligt.

Ben je fanatiek?
Behoorlijk. In mijn eerste jaren als trainer kon ik nog wel eens uit mijn vel springen. Dat heb ik nu minder, maar ik zit er nog steeds bovenop. Als je aan het coachen bent ziet het er overigens al snel fanatiek uit. Je moet langs de lijn hard schreeuwen, want anders horen ze je in het veld echt niet. Ik ben geen coach die bij elke overtreding van de bank springt. Heeft weinig zin volgens mij. Die energie kun je beter in je eigen team steken.

Is er een verschil tussen Ronald de coach en Ronald de accountant?
Lastig. Hier op kantoor schreeuw ik in ieder geval nooit. Maar verder probeer ik gewoon overal mezelf te zijn. Ik hou van eerlijkheid, duidelijkheid. Op het veld, maar ook in mijn vak. Je pakt situaties natuurlijk wel anders aan. In het bedrijfsleven kun je meer één-op-één coachen en vanuit een professionele relatie meer afdwingen dan in de sport, waar je toch werkt met vrijwilligers. Als ze halverwege het seizoen twee weken op vakantie gaan, kan ik ze niet tegenhouden.

Welke parallellen zie je tussen de sportwereld en het ondernemerschap?
Zowel langs de lijn als op kantoor wil ik het beste uit mensen halen door ze op de positie te plaatsen waar ze het meest renderen. Tegelijkertijd kijk je als ondernemer én coach naar hoe je met die mensen samen het sterkste team formeert.

Welke eigenschappen uit de accountancy zijn handig langs de lijn?
Als accountant probeer ik steeds vooruit te kijken: waar ligt de ruimte, wat doen concurrenten, hoe kan ik kansen pakken in de markt? Noem het analytisch vermogen. Dat komt natuurlijk ook van pas in de sport. Ik speel het liefst aanvallend voetbal, met veel druk naar voren. Maar je houdt ook altijd rekening met de tegenstander. Die probeer je uit zijn comfortzone te halen.

Wat neem je uit de sportwereld mee in je werk als accountant?
Sport is emotie. Je hebt te dealen met teleurgestelde spelers die op de bank zitten, mensen die al dertig jaar rondlopen als vrijwilliger en balen dat hun club verliest. Allemaal hebben ze hun eigen ideeën en waarheden. Dat is erg leerzaam. Het staat of valt vaak met communicatie. Ik merk dat ik, nu ik coach ben, nog meer nadenk over wat ik zeg en hoe ik dat doe.

Praat je met klanten veel over voetbal?
Ha, als ik de kans krijg praat ik vijf kwartier in het uur over voetbal. De meeste klanten weten dat ik gek van voetbal ben. Ze vragen ernaar, geven tips.

Zeggen ze nooit, Ronald houd met jouw uurtarief alsjeblieft op over voetbal?
Nee joh, als ik een uur over voetbal met een klant praat krijgt die geen factuur voor dat uur. Dat weten ze. De meeste klanten vinden het juist leuk om over meer dan alleen zaken te praten. Bijna iedereen heeft wat met voetbal of vindt er wat van. Soms zeggen ze tegen me: als jij over voetbal praat, ga je stralen.