BARNEVELD - Vluchtelingen zijn nog maar mondjesmaat aan het werk in de gemeente Barneveld. Bedrijven die wel zogenoemde statushouders in dienst hebben zijn desondanks positief. 

 ,,Niet dat ik het eens ben met het Nederlandse beleid rondom vluchtelingen’’, zegt Brand Jan van den Bosch (Bosch Beton Kootwijkerbroek). ,,Maar als deze mensen eenmaal binnen je gemeentegrenzen wonen, dan heb je er ook maar voor te zorgen. Dat is ook de reden waarom ik eigenlijk meteen positief gereageerd heb toen er vanuit de Hervormde Kerk gevraagd werd of ik werk had voor een Eritreese vluchteling die in Kootwijkerbroek is komen wonen. Ook de jongens op de werkvloer stonden er positief in. Dat vond ik echt opvallend. ‘Als hij wil werken en hij past in het bedrijf, laat hem maar komen dan’, zeiden ze.’’

Hoog opgeleid
De Eritreer is ingevoegd in de zaterdagploeg, die zich onder meer bezighoudt met de preparatie van betonwapening. ,,Hij is hoogopgeleid in het vakgebied van de logistiek. We gaan eerst kijken hoe hij de dingen oppakt. Als het goed gaat, zou het maar zo kunnen dat we hem kunnen inzetten bij het bijhouden van voorraden en stellingen. Dat ligt dicht bij zijn opleiding en interesse. Dus wie weet.’’

Er werden meerdere bedrijven benaderd door de Hervormde Kerk, met zowel negatieve als heel positieve reacties als gevolg, zegt een woordvoerder uit deze kerk. ,,Kootwijkerbroek is wat dat betreft een gemêleerd dorp. Sommigen willen er niks mee te maken hebben. Anderen reageren direct positief.’’ Dat gold ook voor Arend Hardeman (Hardeman Isolatie). ,,Ik vind het belangrijk dat deze mensen aan het werk gaan. Van thuis zitten word je niks beter, dat geldt voor iedereen. Onze man doet hand- en spandiensten op donderdag. Soms helpt hij de magazijnmedewerker. We beginnen gewoon met licht werk en wie weet kan het meer worden. De jongens rageerden heel positief.’’ De taal vormt soms een lastige barrière, zo geven de ondernemers aan. Gert van de Bor (De Grazerie) had ook voor korte tijd een vluchteling ‘in dienst’. ,,Deze man was in zijn thuisland schapenhouder. Dus dat pastte mooi op onze boerderij. Hij heeft allerlei werkzaamheden gedaan, waarna hij bij de zorgboerderij aan de slag is gegaan. Ik vond het erg leuk om hem erbij te hebben, al gaat de communicatie wel wat moeizaam met iemand die zelfs geen woord Engels spreekt.

Taal leren
,,De taal leren heeft grote prioriteit’’, zegt Marjoske Kiers, leidinggevende van de Barneveldse afdeling van VluchtelingenWerk Oost Nederland. ,,Tegelijkertijd zien we graag dat statushouders ook een baan vinden. Daarom zijn we blij dat de gemeente heel hard bezig om trajecten in gang te zetten om statushouders zo snel mogelijk aan een baan te kunnen helpen. De gemeente is op zoek gegaan naar bedrijven waar statushouders zogenoemde taalstages kunnen krijgen om kennis te maken met de Nederlandse arbeidsmarkt en tegelijkertijd de taal eigen te kunnen maken. ‘Kootwijkerbroek’ is daar eigenlijk een pilot van.’’ ,,Sinds 1 janari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet,’’ reageert Bertil Rebel namens de gemeente. ,,Dat betekent dat we zoveel mogelijk mensen willen toeleiden naar werk: Barnevelders én nieuwkomers. Want een baan brengt niet alleen inkomen, maar ook regelmaat en is – zeker voor de nieuwkomers – een van de beste manieren om te integreren. Vanwege die verantwoordelijkheid en met deze argumenten zetten wij ons er maximaal voor in.’’

80 kostwinners per jaar
Het wordt steeds belangrijker dat statushouders een baan vinden, geeft Kiers aan. Tot voor kort kwamen hier per half jaar drie gezinnen binnen waarvan dus drie kostwinners. Voor het jaar 2016 hebben we het al over zo’n tachtig mensen voor wie een baan gevonden moet worden. Als VluchtelingenWerk zijn we blij dat de gemeente hier nu echt bovenop zit. Statushouders zijn thuis niet gelukkig. Het zijn vaak goed opgeleide mensen die graag weer betaald werk krijgen, net als in hun thuisland.’’


Onderzoek
Van de vluchtelingen die in de jaren 80 en 90 naar Nederland kwamen, had na vijftien jaar nog altijd maar 35 procent een betaalde baan van meer dan dertig uur in de week, constateert de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Van de vluchtelingen die tussen 2000 en 2010 naar Nederland kwamen, heeft volgens de Integratiebarometer van Vluchtelingenwerk inmiddels 46 procent werk gevonden. Het gaat echter vooral om kleine, tijdelijke baantjes. Als vluchtelingen nog in een asielprocedure zitten, mogen ze niet werken. Als een vluchteling een verblijfsvergunning krijgt - een statushouder wordt - mag hij of zij ook betaald werk verrichten.