BARNEVELD - De coronacrisis zette ook de lokale economie en samenleving op de kop. Burgemeester Asje van Dijk blikt terug op de eerste drie maanden Corona.

Hoe geef je vorm aan burgemeesterschap als je vanuit huis moet werken?
We hebben allemaal, en dat geldt ook voor de burgemeester, te maken met de maatregelen die ons kabinet neemt om de verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Kinderen, jongeren en volwassenen. Juffen en meesters, winkeliers en ondernemers. Zorgmedewerkers. Ouderen. Wat zijn de gevolgen van zo’n minuscuul klein virus groot.

 Ik werk grotendeels vanuit huis en dat lukt – met alle communicatiemiddelen en eigentijdse techniek – op zich prima, maar ik merk (ontberen doet immers waarderen) ook hoe fijn ik het vind om gewoon met mensen in één ruimte te kunnen zijn. We vergaderen als college in principe digitaal. Ook andere vergaderingen worden zoveel mogelijk ‘op afstand’ georganiseerd, maar dat kan niet altijd. Dan houden we ons aan de richtlijnen: wel in één ruimte, maar op voldoende afstand van elkaar.

 Wat ik wel erg jammer vind is dat ik in deze periode niet aanwezig kan zijn bij speciale momenten in het leven van inwoners, zoals bij huwelijksjubilea of het bereiken van een bijzondere leeftijd. Ik hoop dat harte dat dit binnenkort weer mogelijk is.

Hoe is de samenwerking tussen het bedrijfsleven en de gemeente in deze bijzondere periode?
Ondernemers – of je nu zzp-er, winkelier of recreatieondernemer bent – worden hard getroffen. Niet voor niets heeft het kabinet een uitgebreid steunpakket ontwikkeld om ondernemers in deze periode te ondersteunen. Wij hebben – in goed overleg met BIK Barneveld en de Samenwerkende Ondernemersverenigingen Gemeente Barneveld – de Coronadesk in het leven geroepen die ondernemers informeert, de weg wijst en – als dat nodig is – een luisterend oor biedt.

We merken dat veel ondernemers het zwaar hebben – ondanks de veerkracht die “ons” in Barneveld zo eigen is. Neem bijvoorbeeld de recreatieondernemers die hun gastvrije houding tijdelijk naast zich hebben moeten neerleggen. Juist in deze periode – met zon en warmte – zouden duizenden mensen moeten genieten van al het moois in en om Barneveld.

Wat kunt u zeggen (welke boodschap kunt u meegeven) aan ondernemers die 1,5 meter ondernemerschap moeten gaan ontwikkelen?
We hebben de afgelopen maanden al gemerkt dat veel winkeliers de nodige maatregelen hebben getroffen om te kunnen voldoen aan de 1,5 meter samenleving.

De komende tijd worden meer versoepelingen mogelijk, onder meer in de horeca. Ik heb waardering voor al die ondernemers die van de nood een deugd hebben gemaakt. Neem bijvoorbeeld alle horecazaken waar je je eten kon bestellen, afhalen of die het eten bij je bezorgden. En nu wordt het weer mogelijk om op een terras te gaan zitten. Dat vereist de nodige aanpassingen, maar ik merk dat alles in het werk wordt gesteld om dit voor elkaar te krijgen.

Hoe heeft u het dieptepunt van de corona-crisis persoonlijk beleefd?
Aly en ik zijn dankbaar dat wij, en onze kinderen en kleinkinderen, gezond zijn en niet door het coronavirus zijn besmet geraakt. Tegelijkertijd weet ik van het verdriet bij hen – ook in Barneveld – die afscheid van een geliefde moesten nemen. Je kunt je er – als je dat niet zelf hebt meegemaakt – eigenlijk geen voorstelling van maken.

Van een andere orde zijn de verhalen van mensen, van ondernemers, die erg tegen de toekomst opzien. Omdat inkomsten zijn weggevallen. Omdat verlies van een baan dreigt. Wat betekent dit? Komt het ooit nog goed? Ik vind dat zó schrijnend.

Als u ondernemers spreekt in Barneveld, welke geluiden hoort u dan?
Ik hoorde ook van ondernemers die deze periode gebruikten om hun zaak te verbouwen of eens na te denken over een nieuw concept voor de komende jaren. Ik kan mij bijvoorbeeld voorstellen dat de horecaondernemers die méér zijn gaan doen met bestellen en bezorgen, dit niet zomaar stoppen; ze hebben misschien wel een extra inkomstenstroom aangeboord. En zo zullen er nog meer zijn die met de ervaringen van de afgelopen tijd een nieuwe start voor de toekomst hebben gemaakt. En daar kan ik oprecht blij om zijn.

Welke lichtpuntjes zitten er in deze crisis?
Ik zei het al eerder: ontberen doet waarderen. Ik merk het iedere dag aan duizend dingen: we zijn op elkaar betrokken – misschien meer dan we eerder voor mogelijk hielden. Kinderen op hun school, de jongeren met hun vrienden, volwassenen op het werk. Op medewerkers in het bedrijf. Of gasten die hier van hun vakantie komen genieten. Op de vereniging, de sportclub of in de kerk. We kúnnen niet zonder elkaar en dat moeten we, als het ‘normale leven’ stukje bij beetje terugkeert, niet vergeten. Omzien naar elkaar. En dat lukt natuurlijk best een tijdje op een afstandje. Maar wil je elkaar écht in de ogen kijken… dan moet je dichterbij kunnen komen.

We maken – om het zo maar te zeggen – met elkaar, als samenleving een doorstart. Ik denk dat dit een uitgelezen moment is om ons – als persoon, maar ook als samenleving – af te vragen wat we doen en hoe we dat doen. Ik vergelijk het met een reset-knop. Wat vinden we écht belangrijk en wat is uw, jouw en mijn bijdrage?''