Wat betekent het Belastingplan 2024 voor u?
In het Belastingplan 2024 heeft het Kabinet maatregelen genomen die het belastingstelsel eenvoudiger maken. Een aantal belangrijke fiscale wijzigingen op een rij.
Ondernemers in de inkomstenbelasting
In 2024 wordt de eerste belastingschijf met 0,04% verhoogd en blijft het toptarief ongewijzigd. Dit betekent niet per definitie dat u in 2024 meer inkomstenbelasting betaalt. De heffingskortingen gaan ook omhoog. De algemene heffingskorting wordt geïndexeerd en de arbeidskorting wordt €115 verhoogd. Ondernemers betalen inkomstenbelasting over de gerealiseerde winst uit onderneming na aftrek van de ondernemersfaciliteiten. Deze faciliteiten zijn de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling. De zelfstandigenaftrek wordt in 2024 (verder) afgebouwd van € 5.030 tot € 3.750. De mkb-winstvrijstelling wordt verlaagd van 14% tot 13,31%. Ondernemers betalen hierdoor meer inkomstenbelasting over de gerealiseerde winst uit onderneming. Hiermee is beoogd het verschil in fiscale behandeling tussen ondernemers en werknemers te verkleinen.
Onderneming in BV
Ook voor ondernemingen in een BV wijzigt het één en ander. Over de winst betaalt de besloten vennootschap (hierna BV) vennootschapsbelasting. In 2024 blijven de tarieven in de vennootschaps-belasting onveranderd. Winsten tot € 200.000 worden belast tegen 19%, over het meerdere van de winst is 25,8% vennootschapsbelasting verschuldigd. Daarom is het ook voor 2024 van belang om dit zogenoemde ‘opstaptarief’ te benutten. Zodra de overtollige winst uit de BV naar privé wordt uitgekeerd, is dit bij de natuurlijk persoon in box 2 belast. In 2023 bedroeg het box 2-tarief 26,9%. Het uitkeren van dividend wordt per 2024 gestimuleerd door het invoeren van een tweede belastingschijf in box 2. Hierdoor is in box 2 24,5% inkomstenbelasting verschuldigd over de eerste € 67.000 aan inkomsten per persoon. Bij fiscaal partnerschap bedraagt de eerste belastingschijf daarom €134.000. Door jaarlijks dividend naar privé uit te keren kunt u het opstaptarief jaarlijks benutten.
Het gebruikelijk loon van de directeur-grootaandeelhouder (dga) wordt via een normbedrag vastgesteld. Dit normbedrag voorkomt dat de dga zichzelf geen of een te laag loon uitkeert en daarmee de winst in de BV laat. Per 1 januari 2024 stijgt het normbedrag voor de dga aanzienlijk van € 51.000 (cijfers 2023) tot € 56.000 in 2024. Behoudens specifieke situaties mag het dga loon niet minder bedragen dan het normbedrag.
Marco van Voorst | Belastingadviseur
Visser & Visser Barneveld